Dribbel en Lotus

Prrrr, sabbel, slurp.
Dribbel? Hey Dribbel, jij daar!
Dribbel kijkt verward op, terwijl de natte plek op het kussen zijn
schuld bewijst.
Hij verlaat onmiddellijk de crime scene en staat verwachtingsvol voor
onze neus, staartje hoger dan hoog.
Wat. Jij riep? Wil je kusje? Kom hier. Kusje op je hoofd, ik wil in
slaap vallen op je buik, mag ik sabbelen aan je haar, aan je trui,
staren in je ogen? Ik ben compleet onschuldig.
Ondertussen is zijn zus Lotus heel druk met het verplaatsen van spullen
op tafel.
Een pen? Onnodig. Weg ermee.
Een elastiekje, please...heb je dat nodig? Weg!
Wat doet dat lepeltje daar, hoppaaaa.
Niet boos worden, kom es. Kusje in je neus. Ik steek letterlijk overal
mij neus in. Ja sorry hè. Nieuwsgierigheid en een tikje brutaal. Tikje
op je oor, tikje op je wang, wat, wat, wat, ik wil spelen man! Doe je
mee? IK heb geen vrees, voor niks en niemand.
Dribbel ploft na hoogstaande kattentrucjes, in een kartonnen doos -omdat
- dit- nou- eenmaal leuker is dan een zacht mandje.
Lotus, die verbaast na alle ondeugden des levens denkt dat zij nergens
iets mee te maken heeft, bij Dribbel in de doos rolt, dan zie je ineens
een liefdevol, zacht tafereeltje. Een zoet beeld, waarbij je denkt dat
ze de liefste van de liefsten zijn.
Beiden vol energie, waarbij Lotus toch wel de kroon spant. Maar ze
hebben elkaar nodig, want ze zijn partners in crime.
We noemden hen vroeger 'het gele' nest. Hun vachtje was vanwege de
ongeboren vrucht geel, maar das nu oke.
Echter.... ze hebben zoveel overwonnen vroeger, waardoor ze toch wat
sporen blijven dragen. Het is wat het is.
Hun oogjes zijn niet perfect, ook hoor je soms geluidjes uit hun keeltje
komen.
Ze zijn verschrikkelijk lief, asociaal aanhankelijk, altijd blij, zeer
ondeugend, altijd in voor een lekkere hap.
Dribbel en Lotus zijn er twee uit duizenden, twee kanjers, twee grote
ondeugden die liefst op schoot ronkend kruipen en al sabbelend in slaap
soezen en hun nieuwe capriolen in hun dromen voorbereiden.

Dribbel wordt enkel samen met Lotus geplaatst.